lachebek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lachebek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lachebek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lachebek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lachebek is hier. De definitie van het woord lachebek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlachebek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • la·che·bek
enkelvoud meervoud
naamwoord lachebek lachebekken
verkleinwoord lachebekje lachebekjes

de lachebekm

  1. iemand (vooral over meisjes) die makkelijk en vaak lacht of giebelt en daarom wat dom wordt gevonden
    • ,,Deze show is voor mij heel speciaal, zegt de lachebek, die meermaals meedeed aan het Eurovisie Songfestival. ,,Op het podium staan met deze show voelt als een cadeautje. Voor mij, maar vooral voor de mensen in de zaal. Alle ervaringen komen in het theater bij elkaar. Natuurlijk wordt het ook spannend. Want ze leren mij nóg beter kennen. Maar dat past wel bij mij.[2] 
    • ‘Iedereen weet dat ik een lachebek ben. Ik was gisteren en eergisteren al en vandaag doe ik verder.’[3]  
98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia 18-09-2015
  3. De Standaard 26/05/2014
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be