lefdoekje

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lefdoekje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lefdoekje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lefdoekje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lefdoekje is hier. De definitie van het woord lefdoekje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlefdoekje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • lef·doek·je
enkelvoud meervoud
naamwoord lefdoekje lefdoekjes
verkleinwoord

het lefdoekjeo dim. tant.

  1. (kleding) (informeel) vierkant doekje dat men als decoratie nog net zichtbaar opgevouwen draagt in het borstzakje van een colbert, blazer of dinnerjacket
     De trend in Italië is voornamelijk fel en contrastrijk. Goed passend dus bij het woord lefdoekje, zoals de pochet in de wandelgangen ook wel wordt genoemd.[2]
47 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Mariska Dijkstra-Wolters
    “Doekje voor mannen met lef” (18-12-2009), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be