lekkerkoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lekkerkoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lekkerkoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lekkerkoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lekkerkoek is hier. De definitie van het woord lekkerkoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlekkerkoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • lek·ker·koek
enkelvoud meervoud
naamwoord lekkerkoek lekkerkoeken
verkleinwoord - -

de lekkerkoekm

  1. (kookkunst) bepaald soort peperkoek, gemaakt van roggemeel, suiker en specerijen
     Hij riep de dikke waardin bij zich, klapte haar schertsend op de kloeke heup, bestelde een fles witte wijn met lekkerkoek, juichend dat hij heden afscheid nam van 't jonkmansleven.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. lekkerkoek op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 februari 2023 Weblink bron De gelukkige tijding in:
    Cyriel Buysse (eds. A. van Elslander en Anne Marie Musschoot)
    Verzameld werk. Deel 4 (1977), Manteau, Brussel, ISBN 9022304558, p. 345