maaitijd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord maaitijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord maaitijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je maaitijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord maaitijd is hier. De definitie van het woord maaitijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmaaitijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • maai·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord maaitijd maaitijden
verkleinwoord

de maaitijdm

  1. de periode van het jaar dat (het gras) afgeknipt wordt, hooitijd
    • De maaitijd voor grasland begint in mei. 
81 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be