Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord makron. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord makron, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je makron in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord makron is hier. De definitie van het woord makron zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmakron, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
van het Fransmacaron, soort koekje[1]; Thomas Asselijn gebruikt het woord al in zijn toneelstuk "Echtscheiding van Jan Klaasz en Saartje Jans" uit 1685[2]
(voeding)amandelkoekje, bitterkoekje, suikerbroodje[5][6]; koekje bereid uit amandelspijs en eiwit, met naar plaats en tijd verschillende bereidingswijzen[7][8][9], rond 1900 in België en Zuid-Nederland vooral een heel klein meelkoekje op papier vastgebakken,[10] vanaf de twintigste eeuw ook twee zulke koekjes op elkaar met een zachte vulling ertussen, vaak met opvallende kleuren.
Deze ouwels waarop een twintigtal kleine makrons waren gebakken, werden nog tot in het eerste kwart van de 20e eeuw verloot op koopdagen.[11]
Niet alleen dankzij het eindeloze aanbod van smaken en kleuren, maar ook door het hoge dagelijkse volume kunnen ze als geen ander krokante makrons garanderen die een dagverse, tijdrovende bereiding eisen.[12]
(verouderd) slaaf die vanwege een handicap is afgekeurd[13]
Marijn monstert aan als onderchirurgijn op de Eranie van de bekende zeevaarder Jan Erasmus Reyning, waar hij direct een groep makrons te verzorgen krijgt.[14]
(toneel) lange, in één adem uitgesproken zin als specifiek onderdeel van oude klassiek Griekse blijspelen uitgesproken door de koorleider[15]
De makron vormt een komische anticlimax met de voorgaande regels.
Het Hollands, of Neederlands kook-boek; onderwysende hoe men alderhande Soorten van Spysen Keurlyk en Smakelyk sal bereiden en gereed maken; soo voor Luiden van Vermoogen, als de Borgerlyke Tafel. (1724) Johannes du Vivie, Leiden p. 156, 160
Huishoudelyk woordboek, vervattende vele middelen om zyn goed te vermeerderen en zyne gezondheid te behouden. Eerste deel (1743) S. Luchtmans, Leiden; p. 541
↑Burger, Boer, of Land-Edelman. Algemeen nuttig en noodzaaklyk stad- en land-huishoudkundig woordenboek. Tweede deel 3e druk (1794) W. Holtrop, Amsterdam; pp. 10, 306, 528