menigwerf
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord menigwerf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord menigwerf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je menigwerf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord menigwerf is hier. De definitie van het woord menigwerf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmenigwerf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- me·nig·werf
- samenstelling van menig bw en werf zn
menigwerf [1]
- heel vaak, meestal
- ▸ Neen, te loochenen valt het niet, de kerk verzaakte haar plicht; den arme werd menigwerf tekort gedaan. Doch de tijd mocht daar zijn, dat de kerk weder opwake.”[2]
- ▸ O, hoe menigwerf zegende zij in mijn tegenwoordigheid die heilzame roeden en uren van lijden, die haar aanleiding gegeven hadden tot zelfkennis, tot aanmerking van haar nietigheid, erkentenis van haar zwakheid, opwekking van haar Godsvrucht, verbetering van leven, en verdubbeling van gebeden![3]
- Het woord 'menigwerf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "menigwerf" herkend door:
| 30 % | van de Nederlanders; |
| 34 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Johan Polder“Zorg van de toekomst doet appel op christelijke barmhartigheid” (22-10-2011), Reformatorisch Dagblad - ↑ Weblink bron B. Hooghwerff“Louise van Oranje beleefde gelukkige omkeer” (13-03-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
