menora

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord menora. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord menora, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je menora in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord menora is hier. De definitie van het woord menora zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmenora, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • me·no·ra
enkelvoud meervoud
naamwoord menora menora's
(menorot)
verkleinwoord menoraatje menoraatjes

de menorav / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) kandelaar met zeven armen (een van de symbolen van Israël; Ex. 25:31-40)
     Het werd eigenlijk pas een oorlog toen Vespasianus en Titus, inmiddels keizer en keizerszoon, wilden terugkeren naar Rome. (…) Zij zeggen: kijk naar de oorlogsbuit die we meebrengen uit veroverd gebied! Ze doelen op pronkstukken uit de tempel, zoals de menora (zevenarmige kandelaar), waarmee de bouw van het Colosseum is gefinancierd.[4]
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) kandelaar voor de viering van Chanoeka, met acht armen plus een extra arm, sjamasj, voor het licht waarmee de andere worden aangestoken
     Voor het stadhuis van Maastricht wordt deze maandagavond de grootste menora ter wereld ontstoken, een twaalf meter hoge kandelaar ter ere van Chanoeka.[5]
50 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[6]