midwinter

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord midwinter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord midwinter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je midwinter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord midwinter is hier. De definitie van het woord midwinter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmidwinter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • mid·win·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord midwinter midwinters
verkleinwoord midwintertje midwintertjes

de midwinterm

  1. periode van het midden van de winter
95 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


midwinter

  1. (religie)(kerst)(feest) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
  2. (feest) joelfeest; Germaans feest, gevierd in de dagen rond de winterzonnewende
  1. joul, karst, karsttied, kìrst, kìrsttied
  2. joul


midwinter

  1. (religie)(kerst)(feest) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
  2. (feest) joelfeest; Germaans feest, gevierd in de dagen rond de winterzonnewende
  1. Christfest, joel, joul, juul, juulfeest, juultyd, kaarst, käärstmissen, karsemes, karst, kärst, karsttied, kas, kasfees, kast, kastdaegen, kastfeest, kastmis, kerst, kìrst, kìrsttied, mirreweenter, Wiehnacht, Wiehnachten, Wiehnachtstied, wienachten, wienachtstied
  2. joel, joul, juul, Juulfest


midwinter

  1. (religie)(kerst)(feest) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
  2. (feest) joelfeest; Germaans feest, gevierd in de dagen rond de winterzonnewende
  1. karst, kas, kast, joel, juul, juulfeest, juultyd
  2. joel, juul