Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
minima. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
minima, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
minima in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
minima is hier. De definitie van het woord
minima zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
minima, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘mensen met een heel laag inkomen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1985
de minima mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord minimum
- groep mensen die het laagste salaris of de laagste uitkering krijgen
- ▸ Door de energiecrisis en de inflatie staat vooral de koopkracht van mensen met een laag of middeninkomen onder druk. Voor de laagste inkomens presenteerde het kabinet dit voorjaar al een pakket van 6 miljard euro. Minima krijgen een energietoeslag van 800 euro, het minimumloon en de AOW worden verhoogd en de energiebelasting wordt verlaagd.
94 % |
van de Nederlanders;
|
93 % |
van de Vlamingen.
|
minima
- genitief enkelvoud van minimum
- nominatief meervoud van minimum
- accusatief meervoud van minimum
- vocatief meervoud van minimum