modig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord modig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord modig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je modig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord modig is hier. De definitie van het woord modig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmodig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • mo·dig
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord móðigr.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud modig modigere modigest
o enkelvoud modig
meervoud modige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
modige modigere modigeste

modig

  1. boud, dapper, kloek, koen, moedig
  2. bedroevt, droef, droevig, treurig, verdrietig
  • en modig gutt
een dappere jongen

modig

  1. dapper, moedig
  2. zeer
  • kjempe modig
dapper strijden
  • Hun var modig trett.
Ze was zeer dapper.


  • mo·dig
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord móðigr.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud modig modigare modigast
o enkelvoud modig
meervoud modige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
modige modigare modigaste

modig

  1. boud, dapper, kloek, koen, moedig
  • ein modig gut
een dappere jongen

modig

  1. dapper, moedig
  • kjempe modig
dapper strijden