mondvol

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord mondvol. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord mondvol, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je mondvol in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord mondvol is hier. De definitie van het woord mondvol zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmondvol, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • mond·vol
enkelvoud meervoud
naamwoord mondvol
verkleinwoord mondvolletje mondvolletjes

de mondvolm

  1. een hap of een slok die zo groot is dat ze de mond vult
  2. (figuurlijk) een woord dat moeilijk is uit te spreken door de lengte ervan
    • 'De essentie van ons verhaal is dat we met Kriket een tussendoortje proberen maken dat een antwoord formuleert op enkele grote uitdagingen waar we als fans van lekker eten én wakkere burgers voor staan: de obesitasepidemie en de opwarming van de aarde zijn er daar twee van.' Een mondvol voor een reep die de kleine honger moet stillen. Nu alleen nog via crowdfunding genoeg geld zien op te halen zodat een eerste lading in productie kan gaan. [2] 
    • Onderwaterbabyfotografie? Als woord is het al een mondvol, in de gedachten van ouders nog veel meer. Aan zwembadwater dat de kleintjes binnenkrijgen. Een onderwaterfotosessie bij 't Spilbroek bewees zondagmorgen dat juist de allerkleinsten geboren watermensjes zijn. Zie ook filmpje! [3] 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 06/06/2017 door flb
  3. Tubantia 03-10-2010
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be