naaktzadig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord naaktzadig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord naaktzadig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je naaktzadig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord naaktzadig is hier. De definitie van het woord naaktzadig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannaaktzadig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • naakt·za·dig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen naaktzadig naaktzadiger naaktzadigst
verbogen naaktzadige naaktzadigere naaktzadigste
partitief naaktzadigs naaktzadigers -

naaktzadig

  1. (plantkunde) (bij zaadplanten) met onbedekte zaadknoppen, zodat stuifmeel door de kiemopening naar binnen kan
     Een hond blaft achter een rijtje geel ogende coniferen - als het al coniferen zijn, kegeldragende naaldbomen en naaktzadig.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2023 Weblink bron
    Marc Reugebrink
    Arcadië onder de koeltorens in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 150 nr. 4 (juli/augustus/september 2005), Merz, Gent, p. 516 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia