Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
nablaffen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
nablaffen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
nablaffen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
nablaffen is hier. De definitie van het woord
nablaffen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
nablaffen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
nablaffen [1]
- blaffen tegen iets of iemand die al aan het weggaan is
- Dit gezegd hebbende wendde hij zich om en wandelde met bedaarde schreden heen, met Feiko en Sytske achter hem. Zoolang de menigte nog door de verbazing van het oogenblik, de krachtige taal en het forsch gelaat des edelmans in bedwang was gehouden, was zij stil en besluiteloos gebleven, en geen arm was tegen Feiko opgeheven geweest; maar even als kleine keffers, die beängst wegdruipen wanneer een moedige dog hen aanziet, maar hem nablaffen zoodra hij zich verwijdert, zoo hief ook het gepeupel een verward en woest getier aan, zoodra men de zoo gevreesde Friezen niet meer in 't aangezicht zag. [2]
- (pejoratief) napraten
- Het clubje, onder wie D66-kamerlid Van der Ham, heeft schoon genoeg van de „hijgerigheid en scoringsdrift” in de politiek, van het „geneuzel over technische details”, van het „gefriemel en gepruts”, van het „nablaffen van drie of vier berichtjes uit een krant.” [3]
83 % |
van de Nederlanders;
|
81 % |
van de Vlamingen.[4]
|