Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord nageboorte. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord nageboorte, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je nageboorte in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord nageboorte is hier. De definitie van het woord nageboorte zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannageboorte, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Leenvertaling van Duits Nachburt, Nachgeburt, aangetroffen sinds 1608, oorspronkelijk in de betekenis van secundinae of chorion, de “vlies die het kind in de baarmoeder hult” [1][2][3], later uitgebreid tot het geheel van de moederkoek, vliezen en navelstreng dat met de geboorte van de baby naar buiten komt.
▸Aengaende de tedere ende wellustige onder u, die niet versocht en heeft hare voetsole op de aerde te setten, om dat sy haer wellustich ende teder hielde; haer ooge sal quaet zijn tegen den man hares schoots, ende tegen haren sone, ende tegens hare dochter; 57. Ende dat om hare nageboorte, die van tusschen hare voeten uytgegaen sal zijn, ende om hare sonen, die sy gebaert sal hebben; want sy salse eten in ’t verborgen, vermits gebreck van alles: inde belegeringe, ende inde benauwinge, daer mede uwe vyant u sal benauwen in uwe poorten.[5]
(anatomie) de moederkoek, navelstreng en vliezen die het lichaam van de moeder verlaten nadat de baby is geboren
Waarom offeren Nederlanders voor mooi weer worst en Vlamingen eieren? En wat deden boeren zoal met de nageboorte van een paard? De kaartencollectie van het Meertens Instituut laat het zien. [6]
In de spetterende regen banjert Ingrid op haar klompen door de plassen op het erf, waar de nageboorte van het nieuwe kalfje nog ligt. Ze schuilt onder een druipend afdakje en tuurt over de glooiende weide. Zo ver je kunt zien, rijkt het boerenland van Johan. "Mooi hè." [7]
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (= Statenvertaling) (2008), Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Leiden