Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
naseizoen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
naseizoen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
naseizoen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
naseizoen is hier. De definitie van het woord
naseizoen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
naseizoen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het naseizoen o
- na de drukste periode, na de schoolvakanties
- In veel bedrijven is het een jaarlijks ritueel: het vastleggen van de vakantiedata. Hoe te voorkomen dat iedereen tegelijk op reis vertrekt, zodat er niemand meer is om het werk te verrichten? Bij die onderhandelingen is er altijd één premisse: wie kinderen heeft, kan alleen tijdens de schoolvakanties weg. De kinderlozen hebben de keuze: het voorseizoen, het naseizoen, of opgetrokken wenkbrauwen van hun collega's. [2]
- Hij denkt ook dat reisondernemingen „creatief” met de nieuwe situatie omgaan om mensen over de streep te trekken een vakantie te boeken. Met name in het voor- en naseizoen lopen de boekingen achter. [3]
1. na het hoogseizoen, in het najaar, na de drukste periode, na de schoolvakanties
96 % |
van de Nederlanders;
|
92 % |
van de Vlamingen.[4]
|