niets in de handen, niets in de zakken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord niets in de handen, niets in de zakken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord niets in de handen, niets in de zakken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je niets in de handen, niets in de zakken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord niets in de handen, niets in de zakken is hier. De definitie van het woord niets in de handen, niets in de zakken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanniets in de handen, niets in de zakken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • niets in de han·den, niets in de zak·ken

niets in de handen, niets in de zakken

  1. zonder iets te verbergen, zonder misleiding
     Rae stak haar handen op. „Geen lucifers. Geen aansteker. Niets in mijn handen, niets in mijn zakken…”[1]
     Ga naar huis met niets in de handen, niets in de zakken.
    Liefde dient om niets van over te houden, zelfs geen foto's om in te plakken.
    [2]
      En achtervolgens, wanneer ik zal aftreden… wil ik hen zeggen: „Mijne kinderen, daar ben ik; daar hebt en ziet gij mij; niets in de handen, niets in de zakken… kijkt in de uwen… maakt het facit op en ziet of gij uwe rekening hebt… op deze wijze, scheidt men altijd als goede vrienden… geeft mij een' vriendelijken handdruk… en, ten slotte: geheel uw ootmoedige dienaar… en nu ga ik eens regt fiks ontbijten.”[3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 11 maart 2023 Weblink bron
    Kelley Armstrong (vert. Sandra van de Ven)
    “Bezwering”, e-book (2010), De VLiegende Hollander, Amsterdam, hfst. 16
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 maart 2023 Weblink bron “De gedichten” (2009), De Arbeiderspers, Amsterdam, ISBN 9789029568197, hfst. Ter ere van de goedertieren maan, 7
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 maart 2023 Weblink bron
    C.A. van Ray (vert.)
    “De zucht naar ambten, of: De dwaasheid der eeuw” (1829), J.C. van Kesteren, Amsterdam, p. 29