nikka

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord nikka. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord nikka, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je nikka in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord nikka is hier. De definitie van het woord nikka zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannikka, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • nik·ka
  • Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Noorse werkwoord nikka (Nederlands: "knicken")
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud nikka - - - - - -
o enkelvoud nikka
meervoud nikka
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
nikka - - - - - -

nikka

  1. geknikt
  2. geklopt
  3. gedut, gedommeld

nikka

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van nikke

nikka

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van nikke

nikka

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van nikk


  • nik·ka
  • Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Nynorske werkwoord nikke (Nederlands: "knicken")
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud nikka - - - - - -
o enkelvoud nikka
meervoud nikka
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
nikka - - - - - -

nikka

  1. geknikt
  2. geklopt
  3. gedut, gedommeld

nikka

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast nikke, zie aldaar

nikka

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van nikka

nikka

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van nikka

nikka

  1. gebiedende wijs van nikka

nikka

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van nikke

nikka

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van nikke

nikka

  1. gebiedende wijs van nikke

nikka

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van nikk