Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
nonnetje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
nonnetje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
nonnetje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
nonnetje is hier. De definitie van het woord
nonnetje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
nonnetje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het nonnetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord non
het nonnetje o dim. tant.
- (eendvogels) soort eend, Mergellus albellus uit de familie Anatidae (Zwanen, ganzen en eenden), behorende tot de zaagbekken
- Het nonnetje leeft vooral van vis en bezoekt de Lage Landen 's winters vanuit zijn broedgebieden in het hoge noorden van Scandinavië en Siberië
- (tweekleppigen) in zee levende tweekleppige, Limecola balthica
- De schelpen van het nonnetje zijn op het Noordzeestrand een gewone verschijning.
- (vlinders) soort grauw gekleurde vlinder, Lymantria (Lymantria) monacha
- eiders, eendvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- weekdieren, dieren
- insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
2. soort eend, Mergellus albellus
3. in zee levende tweekleppige, Limecola balthica
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[2]
|