ongeleerd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ongeleerd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ongeleerd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ongeleerd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ongeleerd is hier. De definitie van het woord ongeleerd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanongeleerd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • on·ge·leerd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ongeleerd ongeleerder ongeleerdst
verbogen ongeleerde ongeleerdere ongeleerdste
partitief ongeleerds ongeleerders -

ongeleerd [2]

  1. zonder veel onderwijs genoten te hebben; ongeletterd
    • De eminente fiscalist, Albert Tiberghien, de "stamvader" van het beroep in ons land en jarenlang chroniqueur in deze krant, merkte in april 1984 al op dat "indien de opstellers van de oude, maar onvolprezen Catechismus voor de jonkheid in het bisdom Gent nog zouden leven en in hun nieuwe catechismus een les over belastingen zouden opnemen", zij ongetwijfeld zouden zeggen dat de fiscale wetgeving en de bijbehorende jurisprudentie, net zoals de bijbel, "zeer duister is in vele plaatsen, en het daarom zorgelijk is voor ongeleerde menschen die te lezen". [3] 
    • En een ander schrijft in hetzelfde jaar: 'Niets gevaarlijker dan ongeleerden in den waan te brengen dat zij godsgeleerden zijn.' [4] 
92 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]