onwelgevoeglijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord onwelgevoeglijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord onwelgevoeglijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je onwelgevoeglijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord onwelgevoeglijk is hier. De definitie van het woord onwelgevoeglijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanonwelgevoeglijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • on·wel·ge·voeg·lijk
  • mogelijk hypercorrecte vorm onder invloed van onwelgevallig, aangetroffen vanaf 1920 (zie vindplaats hieronder); er zijn ook vindplaatsen in particuliere correspondentie uit de 19e eeuw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onwelgevoeglijk onwelgevoeglijker onwelgevoeglijkst
verbogen onwelgevoeglijke onwelgevoeglijkere onwelgevoeglijkste
partitief onwelgevoeglijks onwelgevoeglijkers -

onwelgevoeglijk

  1. niet netjes of beleefd; niet zoals het hoort
    • 'P' kreeg er van twee kanten van langs: een brief van een oud lid der schutterij werd wegens onwelgevoegelijk taalgebruik weliswaar niet gedrukt, maar verdedigde de noodzaak tot sierlijke kleding. [1]
    • Maar dat de dames en heeren van de Christelijke zending onder de zee-visschers het niet eens noodig oordeelen te antwoorden op een schrijven van de organisatie der zee-visschers betreffende de loonen, of ook dit aan hun Christelijkheid vastzit vermogen wij niet te beoordeelen, erg onbeleefd en onwelgevoeglijk is het in ieder geval. [2]