onwelvoeglijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord onwelvoeglijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord onwelvoeglijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je onwelvoeglijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord onwelvoeglijk is hier. De definitie van het woord onwelvoeglijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanonwelvoeglijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • on·wel·voeg·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onwelvoeglijk onwelvoeglijker onwelvoeglijkst
verbogen onwelvoeglijke onwelvoeglijkere onwelvoeglijkste
partitief onwelvoeglijks onwelvoeglijkers -

onwelvoeglijk

  1. niet netjes of beleefd; niet zoals het hoort
    • Meteen spoort een cumulverbod met een mooie symboliek. Het geeft aan dat partijen zich bottom-up willen heruitvinden. Het bestrijdt het beeld van een bende platte postjespakkers. In een tijd dat klassieke partijen worstelen met een gedateerd imago en dat de socialisten elke onwelvoeglijke associatie met geld kunnen missen als de pest, is dat niet eens zo’n domme strategie. [2] 
    • De Helderse wethouder die begin deze maand zijn baan kwijtraakte vanwege "onwelvoeglijk gedrag" richting vrouwen is wel degelijk door het college van burgemeester en wethouders onder druk gezet om op te stappen. Dat blijkt uit opnames die in handen zijn van het Noordhollands Dagblad. [3] 
76 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 15 juni 2017
  3. Tubantia 27 juni 2015
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be