opdijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opdijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opdijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opdijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opdijk is hier. De definitie van het woord opdijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopdijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • op·dijk
enkelvoud meervoud
naamwoord opdijk opdijken
verkleinwoord opdijkje opdijkjes

de opdijkm

  1. (waterbeheer) deel van een polderdijk, dijkpand, dat rechthoekig staat op die dijk en de scheiding vormt tussen twee polders
      De dijk dateert uit 1872 en ligt tussen de Linthorst Homanpolder en de Negenboerenpolder. Het gaat hier om een zogenoemde opdijk. Het is een verbindingsdijk tussen de zomer- en de winterdijk en loopt dwars op de kust. Als gevolg van het op deltahoogte brengen van de zeedijk is de opdijk volgens de akkerbouwer nutteloos geworden.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 22-12-2021 Weblink bron Boer mag dijk niet afgraven (29-11-1994) in: Nieuwsblad van het Noorden op Wikipedia, blz. 13 kol. 3