opslokken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opslokken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opslokken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opslokken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opslokken is hier. De definitie van het woord opslokken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopslokken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • op·slok·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opslokken
slokte op
opgeslokt
zwak -t volledig

opslokken

  1. overgankelijk heel of in grote brokken inslikken
    • De vissen waren zo overvoerd dat zij moeite hadden al het voer op te slokken. 
    • Zwarte gaten zijn plekken in het heelal waar de zwaartekracht zo groot is, dat niets eraan kan ontsnappen, zelfs licht niet. Alles wat in de buurt komt, wordt opgeslokt en verscheurd. [2] 
     Kennedy Meadows is een soort oase die je als een draaikolk kan opslokken en waar je veel te lang in kunt blijven hangen.[3]
  2. (figuurlijk) door verovering toevoegen aan het eigen land
     Een lichtpuntje was dat Finland er veel beter vanaf was gekomen dan de buurlanden Estland, Letland en Litouwen, die waren opgeslokt door de barbarij en veranderd in Sovjetrepublieken.[4]
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]
  1. opslokken op website: Etymologiebank.nl
  2. de Volkskrant George van Hal 10 april 2019 Astronomen maken eerste foto van een zwart gat
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be