opspelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opspelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opspelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opspelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opspelen is hier. De definitie van het woord opspelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopspelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·spe·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘op zijn poot spelen, razen’ voor het eerst aangetroffen in 1806
  • samenstelling van  op  en  spelen 

Werkwoord

opspelen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opspelen
speelde op
opgespeeld
zwak -d volledig
  1. onovergankelijk op een vervelende manier ergens wat van merken
    • Na de ruzie met zijn vrouw speelde zijn maag weer op. 
  2. onovergankelijk uitvaren, zich heftig uiten
  3. overgankelijk een kaart spelen bij een kaartspel
    • Hij speelde zijn kaarten op, met de mededeling dat alle slagen door hem gehaald zullen worden. 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.

Verwijzingen