Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ouwehoer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ouwehoer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ouwehoer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ouwehoer is hier. De definitie van het woord
ouwehoer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ouwehoer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de ouwehoer m
- (informeel) kletskous
ouwehoer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ouwehoeren
- gebiedende wijs van ouwehoeren
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ouwehoeren
99 % |
van de Nederlanders;
|
87 % |
van de Vlamingen.[3]
|