overstort

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord overstort. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord overstort, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je overstort in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord overstort is hier. De definitie van het woord overstort zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoverstort, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

(klemtoonhomogram)

  • over·stort
  • ww : vervoeging van overstorten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
enkelvoud meervoud
naamwoord overstort overstorten
verkleinwoord

de óverstortm

  1. plaats waar het water van een kanaal, naar een lager gelegen water kan lopen
    • Donderdagavond en nacht en gisteren overdag werd de waterkant gerepareerd en een kanogoot fungeerde als extra overstort. [2] 
  2. een kunstwerk met als doel het afvoeren van (pieken in) overtollig rioolwater vanuit de gemengde riolering naar het oppervlaktewater
    • Door een overstort van het riool was er tijdelijk een gebrek aan zuurstof in de beek. [3] 
    • Ook worden maatregelen genomen om te voorkomen dat het relatief schone regenwater nog langer in het riool terecht komt en zich daar mengt met het vieze water. Als het riool vol raakt, komt het overtollige vervuilde water namelijk via een overstort in de Regge terecht. [4] 
    • Het waterschap Brabantse Delta dreigt de gemeente Moerdijk met dwangsommen omdat de capaciteit van het riool op het grote industrieterrein Moerdijk onvoldoende is. Het riool loopt regelmatig over. Vervuild afvalwater komt dan terecht in de haven, aldus een woordvoerster vandaag. Per overstort dreigt het waterschap met 10.000 euro boete. [5] 
vervoeging van
overstorten

óverstort

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstorten
    • ... dat ik overstort. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstorten
    • ... dat jij overstort. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstorten
    • ... dat hij overstort. 
 Waar zijn woorden, lofakkoorden, waar de ziel in overstort?[6]
vervoeging van
overstorten

overstórt

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstorten
    • Ik overstort. 
  2. gebiedende wijs van overstorten
    • Overstort! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstorten
    • Overstort je? 
  4. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstorten
  5. voltooid deelwoord van overstorten
 Koom, Heil'ge Geest! bespreng, ja overstort
Uw Kerk, die Gilboa schier zou gelijken:
Dan zal de kracht van deze wat'ren blijken,
Dat zelf de wildernis als Eden word.
[7]
 Zo als de ene vloedgolf d'andere overstort,
zo jaagt de ene golf van zorg de andre na.
[8]
  Uw graf, met mijn cypres getooid,
Wordt met mijn dankbre tranen overstort,
Tot ook mijn levensbaan verbroken wordt...
[9]
82 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[10]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Roel Lutkenhaus 06-01-12 Waterschap verstevigt kanaal in Almelo
  3. Tubantia 28-05-16 Vissen in beek in Vriezenveen dood door zuurstoftekort
  4. Tubantia Han Haveman 29-11-18 Hellendoorns klimaatbeleid: stadsbeek en minder versteende tuinen
  5. Tubantia 24-05-12 Dwangsom dreigt voor overstort riool Moerdijk
  6. Bronlink geraadpleegd op 17 juli 2024 Weblink bron
    Jan te Winkel
    “De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde VII. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2).”, 2e druk (1927), De erven F. Bohn, Haarlem, p. 181
  7. Bronlink geraadpleegd op 17 juli 2024 Weblink bron
    Carolus Tuinman
    “Mengelstoffen van vele christelijke gezangen. : Het Water des Levens.”, 2e druk (1709), Willem Broedelet, Utrecht, p. 206
  8. Bronlink geraadpleegd op 17 juli 2024 Weblink bron
    Guilielmus Gnapheus (ed. P. Minderaa)
    “Acolastus.” (1956), Tjeenk Willink, Zwolle, p. 229 r. 1320/1321
  9. Bronlink geraadpleegd op 17 juli 2024 Weblink bron Tranen : Op het Graf van mijn' dierbaren Echtgenoot. in: De Vlaamsche School., jrg. 27 nr. 5 (april 1881), A. Fontaine, Antwerpen, p. 43
  10. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be