Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
overval. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
overval, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
overval in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
overval is hier. De definitie van het woord
overval zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
overval, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
(klemtoonhomogram)
de óverval m
- plotselinge aanval, gewoonlijk van misdadige aard
- Bij deze overval werd twee miljoen buitgemaakt.
- Een overval met dodelijke afloop, vier verdachten, maar tegen een van hen is weinig bewijs. Dan zet de officier van justitie druk op de zaak en verklaart de rechter het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk, iets dat zelden voorkomt. Donderdag oordeelt het gerechtshof over de rol van het OM. [2]
- ▸ Als je naar de cijfers kijkt, zijn er sindsdien kleine stapjes vooruitgezet, concludeert Rijnmond. Het aantal uitkeringen daalt. Er zijn meer mensen met een betaalde baan of vrijwilligerswerk. De Cito-scores op de basisschool zijn verbeterd. Het aantal voortijdige schoolverlaters is gedaald van 14 naar 9 procent. De overlast van jongeren op straat neemt af en er zijn minder high impact crimes (woninginbraak, overvallen, straatroof en geweldsmisdrijven).[3]
- (bedrijfskunde) poging tot de overname van een bedrijf tegen de zin van de bestuurders daarvan
1. plotselinge aanval, gewoonlijk van misdadige aard
óverval
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvallen
overvál
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvallen
- gebiedende wijs van overvallen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvallen
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|