parel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord parel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord parel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je parel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord parel is hier. De definitie van het woord parel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanparel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pa·rel
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘klompje paarlemoerstof in oester’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord parel parels
parelen
verkleinwoord pareltje pareltjes

de parelv

  1. een hard, rond voorwerp bestaande uit parelmoer dat door bepaalde weekdieren (hoofdzakelijk oesters, soms slakken) wordt gemaakt, en dat opgevist wordt om als sieraad te dienen
     Haar moeder zat in een fauteuil aan de ene lange kant van de salontafel, keurig gekleed in een plissérok en een groene twinset, kasjmier waarschijnlijk, en een eenvoudige ketting met één rij parels.[3]
  2. bolvormig uitsteeksel aan de basis van een gewei van een hert
  3. (figuurlijk) bijnaam voor een talentvolle speler, die zich van andere (middelmatige) spelers onderscheidt, of een bedrijf, gebouw, gebied of eiland dat in schoonheid, strategisch belang of (commerciële) potentie boven de anderen uitsteekt.
  • Parels voor de zwijnen
verspilde moeite
vervoeging van
parelen

parel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van parelen
    • Ik parel. 
  2. gebiedende wijs van parelen
    • Parel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van parelen
    • Parel je? 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]