passe

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord passe. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord passe, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je passe in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord passe is hier. De definitie van het woord passe zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpasse, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pas·se
vervoeging van
passen

passe

  1. aanvoegende wijs van passen
70 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[1]


passe m

  1. (spreektaal) loper, passe-partout [2]
vervoeging van
passer

passe

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van passer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van passer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van passer