Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pastoor. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pastoor, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pastoor in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pastoor is hier. De definitie van het woord
pastoor zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pastoor, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hoofd van parochie’ voor het eerst aangetroffen in 1475 [1]
- uit het Latijn pastor "herder"
de pastoor m
- (beroep) (religie) een lid van de katholieke geestelijkheid die zich aan de zielzorg van zijn parochie wijdt
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|
pastoor
- (religie)(beroep) pastoor; een lid van de katholieke geestelijkheid die zich aan de zielzorg van zijn parochie wijdt
pastoor
- (religie)(beroep) pastoor; een lid van de katholieke geestelijkheid die zich aan de zielzorg van zijn parochie wijdt