pica

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pica. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pica, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pica in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pica is hier. De definitie van het woord pica zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpica, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·ca
enkelvoud meervoud
naamwoord pica pica's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de picav

  1. (medisch) de ziekelijke neiging oneetbare zaken te consumeren
    • Deze vorm van pica kan tot darmbeschadiging leiden en moet daarom behandeld worden. 
  2. (eenheid) een typografische eenheid 1 pica = 4,2175176 mm

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

enkelvoud meervoud
pica -

Zelfstandig naamwoord

pica

  1. (medisch) pica
  2. (eenheid) pica


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
picar

pica

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picar
vervoeging van
picarse

pica

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van picarse