piekdag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord piekdag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord piekdag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je piekdag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord piekdag is hier. De definitie van het woord piekdag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpiekdag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • piek·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord piekdag piekdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de piekdagm

  1. een hele drukke dag
    • Het ongeluk vond plaats op een van de belangrijkste nationale feestdagen van Malta: Maria Tenhemelopneming. Op deze katholieke feestdag wordt herdacht dat Maria na haar dood met ziel en lichaam in de hemel werd opgenomen door God. "Het is dé piekdag van de zomer", zegt de plaatselijke journalist.  
    • Tijdens de afgelopen meivakantie werd meermaals duidelijk dat Schiphol de topdrukte niet goed kon verwerken. Lange wachttijden voor passagiers zouden KLM "ettelijke miljoenen" hebben gekost. De luchtvaartmaatschappij eiste concrete oplossingen van Schiphol om te voorkomen dat de veiligheidscontroles tijdens piekdagen in de zomervakantie opnieuw dichtslibben.  
    • De melding van het illegale hotel kwam binnen via de nieuwe hotline Zoeklicht Direct, die in het paasweekeinde openging. Dit meldpunt is een uitbreiding van de al bestaande hotline, die alleen bereikbaar was tijdens toeristische piekdagen.  
Synoniemen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.

Verwijzingen