Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pisser. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pisser, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pisser in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pisser is hier. De definitie van het woord
pisser zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pisser, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de pisser m
- (informeel) iemand die pist
- (informeel) kraantje dat met een dun straaltje loopt
91 % |
van de Nederlanders;
|
93 % |
van de Vlamingen.[3]
|
pisser
- (spreektaal) pissen, zeiken wateren, urineren
- «J’ai trop picolé, faut qu’j’aille pisser.»
- Ik heb teveel getetterd, ik moet plassen.
- «Il pleut comme vache qui pisse.»
- Het hoost, het regent dat het giet (letterlijk: als een koe die staat te pissen). [1]