Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
planche. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
planche, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
planche in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
planche is hier. De definitie van het woord
planche zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
planche, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afgeleid van Volkslatijn planca “plank, bord”, ontleend aan Grieks φάλαγξ (phálanks) “ronde (afgezaagde) plak van een boomstam”. [1]
planche v
- plank
- bord
- houten plaat
- plaatje, illustratie
- (figuurlijk) (tuinbouw) langwerpig (tuinders)veld
planche
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van plancher
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van plancher
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van plancher
- ↑ Weblink bron planche in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
planche
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van planchar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van planchar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van planchar