plantgoed

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord plantgoed. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord plantgoed, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je plantgoed in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord plantgoed is hier. De definitie van het woord plantgoed zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanplantgoed, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
plantgoed
  • plant·goed
enkelvoud meervoud
naamwoord plantgoed
verkleinwoord

het plantgoedo

  1. kleine gekweekte planten die men later op de definitieve, gewenste plaats in de grond kan stoppen om verder te laten groeien
    • Op twee platte wagens liggen zesduizend kleinere en grotere planten te wachten op bezorging. En dat is nog maar de helft van het totale plantgoed. [3] 
    • Wanneer de gemeente nog plantgoed heeft, kunnen bewoners daar eventueel gebruik van maken. Nieuw plantgoed moeten de burgers zelf kopen, anders zou de bezuiniging van de gemeente (deels) ongedaan worden gemaakt. [4] 
80 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[5]