Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
poos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
poos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
poos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
poos is hier. De definitie van het woord
poos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
poos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tijd(je)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1338 [1]
de poos v / m
- tijdsinterval.
- Hij moest een poos wachten voordat de bus aankwam.
poos
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pozen
- gebiedende wijs van pozen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pozen
99 % |
van de Nederlanders;
|
95 % |
van de Vlamingen.[2]
|