praatje

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord praatje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord praatje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je praatje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord praatje is hier. De definitie van het woord praatje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpraatje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • praat·je
, enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord praatje praatjes

het praatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord praat
  2. dim. tant. min of meer informele voordracht
    • Zijn praatje werd bijzonder goed ontvangen. 
  3. dim. tant. gezellige conversatie
    • Hij maakte een praatje met zijn buurman en vroeg hem of hij de wedstrijd ook gezien had. 
     Maar dit gevoel duurde niet lang want na een kort praatje schreef hij opeens een officiële boete uit voor de hele groep omdat het blijkbaar verboden was om boven op Mount Whitney te overnachten.[2]
  • Praatjes vullen geen gaatjes.
met praten alleen komt men er niet, er moet ook wat gedaan worden
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. praatje op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be