product

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  product    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pro·duct

Woordherkomst en -opbouw

• Van het Latijnse productum, het voltooid deelwoord van producere. In de betekenis van ‘voortbrengsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1752, in de betekenis van ‘uitkomst van een vermenigvuldiging’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1508

Zelfstandig naamwoord

het product o

1. (wiskunde) uitkomst van een vermenigvuldiging

   • Som, verschil, product en quotiënt. 

2. (economie), (kunst), voortbrengsel van de natuur, van arbeid of nijverheid, van kunst, van een chemisch proces

   ▸ De meeste producten waren mij onbekend, aangezien ze typisch Amerikaans waren.

   • Een kunstzinnig product. 
   • Het product van een chemische reactie. 

3. (economie) de totale waarde van de productie

   • Het binnenlands product. 

4. (juridisch) voorgelegd stuk

Hyponiemen

Afgeleide begrippen

Vertalingen

Gangbaarheid

• Het woord product staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "product" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak

• Geluid:  product (VS)    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

product

1. product