profaan

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord profaan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord profaan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je profaan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord profaan is hier. De definitie van het woord profaan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanprofaan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pro·faan
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werelds’ voor het eerst aangetroffen in 1540 [1]
  • uit het Frans [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen profaan profaner profaanst
verbogen profane profanere profaanste
partitief profaans profaners -

profaan

  1. (religie) van iets dat het geen betrekking heeft op de religie
    • ‘Heel wat deelnemende kunstenaars hebben een link met mode en design’, zegt Lut Maris. ‘Hun werk zorgt voor een laagje glamour en verwijst naar de tegenstelling tussen de religieuze roeping en de profane verzuchtingen van de zusters. Voor een curator is dat een geweldig concept. Zo selecteerden we zeer verfijnde gouden en zilveren juwelen van Octave Landuyt, die in schril contrast staan met de zwartgeblakerde houten juwelen van Jorge Manila.’ [3] 
    • De uitreiking van sport- en cultuurprijzen; past zoiets profaans in een kerkelijk gebouw? „Waarom niet”, zegt koster Alie Timmerije. „Onze kerk is een multifunctioneel gebouw. Er worden ook steeds meer concerten gehouden. Er is hier zelfs een boekenmarkt. We hebben het verzoek van de Stichting Needien voorgelegd aan onze kerkrentmeesters en die zagen er geen probleem in.” Natuurlijk is het gebruik van de kerk wel aan regels gebonden, benadrukt de koster. „Niet alles is hier toegestaan. Het moet wel fatsoenlijk en netjes blijven.” [4] 
  2. (religie) geen respect hebbend voor de religie
75 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[5]