heilig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord heilig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord heilig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je heilig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord heilig is hier. De definitie van het woord heilig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanheilig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hei·lig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen heilig heiliger heiligst
verbogen heilige heiligere heiligste
partitief heiligs heiligers -

heilig

  1. door wijding aan het goddelijke bijzonder gemaakt
  2. (figuurlijk) van iets dat het van uitzonderlijk belang is
     De rest van de heilige reep knaagde ik in minuscule hapjes gedurende de dag op. Zelden had ik zo’n knorrende maag gehad.[4]
  • De heilige hermandad
de politie [5]
  • Een heilig boontje zijn
erg braaf zijn
vervoeging van
heiligen

heilig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heiligen
    • Ik heilig. 
  2. gebiedende wijs van heiligen
    • Heilig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heiligen
    • Heilig je? 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]