pruilen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pruilen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pruilen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pruilen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pruilen is hier. De definitie van het woord pruilen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpruilen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Eerst pruilen en dan huilen?
  • prui·len
  • In de betekenis van ‘mokken’ voor het eerst aangetroffen in 1475 [1]
  • uit het middelnederduits [2]

pruilen [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pruilen
pruilde
gepruild
zwak -d volledig
  1. boos en ontevreden zijn zonder te zeggen waarom
    • Ondertussen zat Jan Peumans nog steeds in een hoekje te pruilen, gekwetst door de miskenning van zijn komische talenten. [4] 
  2. droevig zijn zonder geluid te maken
    • Ze pruilt, barst uit in irrationele woede, of huilt geluidloos. [5] 
    • Baby Ella is wereldberoemd geworden. Niet omdat ze zo lief lacht, maar omdat ze zo lief huilt. Haar ouders Krissy en Matt maakten een filmpje waarin de kleine meid stikjaloers is. Iedere keer als haar ouders elkaar een zoen geven, begint haar lipje te pruilen en barst ze in huilen uit. [6] 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[7]