Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
rabauw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
rabauw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
rabauw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
rabauw is hier. De definitie van het woord
rabauw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
rabauw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schurk’ voor het eerst aangetroffen in 1460 [1]
- uit het Frans [2]
de rabauw m [3]
- ruw persoon van het minste allooi
- We zeggen: koning Salomon, we zijn het beu geregeerd te worden door uitleggers, prietpraters, omhooggevallen heikneuters of amechtigaards die macht en positie wensen om labiliteiten in hun psychologische evenwicht te herstellen. Wij willen niet langer dat de macht is voor de patsers of de gesofisticeerde rabauwen of de pauwen of de graaiers. [4]
- De contrecoeur gesupprimeerde annuele anonie van fleemkous Freriks strandt in fikfakken met die rabauw van een omroepgouverneur. [5]
- soort appel
- deugniet, losbol, schooier, schurk, vagebond, dakloze, wildeman, booswicht, boef, snoodaard, onverlaat, misdadiger
1. ruw persoon van het minste allooi
40 % |
van de Nederlanders;
|
47 % |
van de Vlamingen.[6]
|