randstedeling

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord randstedeling. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord randstedeling, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je randstedeling in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord randstedeling is hier. De definitie van het woord randstedeling zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrandstedeling, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Randstedeling


  • rand·ste·de·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord randstedeling randstedelingen
verkleinwoord

de randstedelingm

  1. (aardrijkskunde) iemand die in een randstad woont
     Aan wie geeft de burger de sleutels van de stad: aan de kernstedeling die inmiddels gepokt en gemazeld is in de diversiteit, of aan de randstedeling, voor wie diversiteit nog angstbeelden oproept?[2]
  2. verouderde spelling of vorm van Randstedeling tot 2006
     Het is zeer de vraag of er onder het publiek op de Albert Cuyp nog sprake is van een gedeeld referentiekader en zelfs of er ooit een gedeeld referentiekader was; of die 'imperialistische attitude' in de loop der tijden niet vooral gewerkt heeft als onderdeel van de bepaling van de machtsverhoudingen binnen de Nederlandse samenleving, als een van de vele in- en uitsluitingsmechanismes die daar permanent functioneren, naast die van protestants tegenover roomskatholiek, regent versus opkomende burgerij, randstedeling versus zuiderling etc.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 januari 2024 Weblink bron
    Wim Vermeersch
    “Kern- of randstedeling: wie krijgt de sleutels van de stad?” (13 oktober 2017) op demorgen.be
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 januari 2024 Weblink bron
    Susan Legêne
    “De bagage van Blomhoff en Van Breugel. Japan, Java, Tripoli en Suriname in de negentiende-eeuwse Nederlandse cultuur van het imperialisme.” (1998), Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam, ISBN 906832277X, p. 17