rechtszaak

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rechtszaak    (hulp, bestand)
• IPA: /rɛx(t)sak/

Woordafbreking

• rechts·zaak

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  recht  en  zaak  met het invoegsel -s- 

Zelfstandig naamwoord

de rechtszaak v / m

1. (juridisch) een geschil dat twee of meer partijen hebben over hun rechten en dat zij aan de uitspraak van een rechter onderwerpen

   • Ze spannen een rechtszaak aan tegen dat bedrijf. 

   ▸ Politiek en gokwereld spanden samen om Helmin Wiels te vermoorden. Dat beeld kwam naar voren in de rechtszaak tegen Burney F., gisteren op Curaçao. Ex-minister van Financiën, George Jamaloodin van de partij van Gerrit Schotte, de MFK, zou de grote organisator zijn. Samen met zijn halfbroer en gokbaas op het eiland, Robbie dos S.

Synoniemen

• proces, rechtsgeding

Uitdrukkingen en gezegden

• Een rechtszaak aanspannen/beginnen.

Vertalingen

Gangbaarheid

• Het woord rechtszaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechtszaak" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen