rijhal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rijhal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rijhal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rijhal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rijhal is hier. De definitie van het woord rijhal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrijhal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

opnames in een rijhal
Uitspraak
Woordafbreking
  • rij·hal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijhal rijhallen
verkleinwoord rijhalletje rijhalletjes

Zelfstandig naamwoord

de rijhalv / m

  1. (paardrijden) grote binnenruimte waar men op een paard kan rijden
     De Raad is het juist eens met de weigering van de gemeente om een vergunning voor een rijhal van bijna 900 vierkante meter aan de Oude Enschedeseweg te verlenen, luidt de uitspraak.
     Paarden- en manegehouder Peter Alblas had afgelopen juni zijn binnenmanege aan de Baanhoek in Sliedrecht al moeten sluiten. Dat blijkt uit een uitspraak van de Raad van State van gisteren. Deze stelde dat de tijdelijke bouwvergunning voor de rijhal van Alblas op 21 juni 2010, vijf jaar na begin van de bouw, afliep.
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Jan van Ommen
    “Plan grote paardenhal in Haaksbergen afgeschoten” (18-09-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Manege in Sliedrecht moest eerder dicht” (21-10-2010), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be