Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
rijmelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
rijmelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
rijmelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
rijmelaar is hier. De definitie van het woord
rijmelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
rijmelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de rijmelaar m
- (pejoratief) iemand die slechte, eenvoudige, simpele rijmpjes maakt
- Nijntje was 41 jaar oud toen Bruna een Zilveren Penseel won. In 1989 had hij voor Boris Beer het Gouden Penseel, de prijs voor het best geïllustreerde kinderboek, ontvangen. De Zilveren Griffel –een jeugdliteratuurprijs– in 1997 voor ”Oma Pluis” was voor Dick Bruna overigens meer waard dan de twee penselen bij elkaar. „Iedereen vond me een beetje een rijmelaar. Ik wil niet beweren dat ik mezelf een dichter vind, maar ik doe toch voor ieder boekje wel erg mijn best.” [2]
- Dan is er nog het negatieve imago van Datheen als een rijmelaar met rammelende verzen, en daartegenover het Wilhelmus als een lied van grote schoonheid. Een nuchtere en eerlijke analyse wijst evenwel uit dat Datheens krakkemikkigheid vooral te maken heeft met de verhouding tussen tekst en melodie. [3]
- Wat die teksten betreft: de dichter ervan, Picander, wordt wel eens een rijmelaar genoemd. [4]
77 % |
van de Nederlanders;
|
65 % |
van de Vlamingen.[5]
|