samenwonen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord samenwonen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord samenwonen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je samenwonen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord samenwonen is hier. De definitie van het woord samenwonen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansamenwonen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • sa·men·wo·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenwonen
woonde samen
samengewoond
zwak -d volledig

samenwonen

  1. met elkaar een huis bewonen alsof je getrouwd bent
    • Hij zei dat ik geen verantwoordelijkheid voelde. Dat samenwonen verantwoordelijkheid vereiste. [1] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 71
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be