satan

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord satan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord satan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je satan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord satan is hier. De definitie van het woord satan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansatan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Satan
  • sa·tan
enkelvoud meervoud
naamwoord satan satans
verkleinwoord satannetje satannetjes

de satanm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) tegenstander, aanklager, onder andere met een functie naast God; later: dwarsligger, duivels persoon; in vertalingen ook weergegeven met functiebenamingen en ook geschreven met een hoofdletter (27×: Num. 22:22 +, 1 Sam. 29:4, 2 Sam. 19:23, 1 Kon. 5:18 +, Zach. 3:1 +, Ps. 109:6, Job 1:6 +, 1 Kron. 21:1; ook 36× in NT)
  • Hebreeuws (transcriptieversie): Satan
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]