schisma

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord schisma. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord schisma, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je schisma in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord schisma is hier. De definitie van het woord schisma zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanschisma, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schis·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • van Latijn schisma, in de betekenis van ‘scheuring’ aangetroffen vanaf 1872
enkelvoud meervoud
naamwoord schisma schisma's
schismata
verkleinwoord schismaatje schismaatjes

Zelfstandig naamwoord

het schismao

  1. (religie) uit elkaar vallen van een kerkgenootschap in twee delen door sterk verschillende opvattingen
  2. (figuurlijk) (politiek) uit elkaar vallen van een ideologische groep in twee delen door sterk verschillende opvattingen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
schisma schismas

Zelfstandig naamwoord

schisma

  1. (muziek) uiterst klein, voor het menselijk oor onhoorbaar verschil in toonhoogte: het verschil tussen de pythagoreïsche komma op Wikipedia (nl) en de didymische komma op Wikipedia (nl)