Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
schok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
schok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
schok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
schok is hier. De definitie van het woord
schok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
schok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘telwoord:’ voor het eerst aangetroffen in 60 [1] [2] [3] [4]
de schok m [5]
- een plotsklapse en hevige beweging
- Deze schok werd veroorzaakt door het verschuiven van twee tektonische platen.
- een gebeurtenis die iemand hevig van de wijs brengt
- Haar dood was een schok voor velen.
- een blootstelling aan een elektrische potentiaal
- Pas op, krijg geen schok van dat losse contact!
- zestigtal [6]
- twintigtal
1. een plotsklapse en hevige beweging
2. een gebeurtenis die iemand hevig van de wijs brengt
3. een blootstelling aan een elektrische potentiaal
schok
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schokken
- gebiedende wijs van schokken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schokken
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[7]
|